Hoe routines helpen bij de taalontwikkeling van je kind
02 januari 2025 

Hoe routines helpen bij de taalontwikkeling van je kind

Hoe routines helpen bij de taalontwikkeling van je kind 

Het alledaagse leven hangt van routines aan elkaar. Als ouder ben je de hele dag bezig met de opvoeding en verzorging van jouw kind(eren). Vaak gebeurt dit op de automatische piloot. Maar wist je dat die alledaagse routines; zoals in bad gaan, aankleden en het eetmoment, juist mooie momenten zijn om de taal- en spraakontwikkeling van jouw kind te stimuleren? In deze blog vertellen wij meer over deze routines en wordt uitgelegd hoe routines zo krachtig mogelijk ingezet kunnen worden om jouw kind spelenderwijs taal te laten leren. 

Waarom zijn routines belangrijk voor taalontwikkeling? 

Routines bieden structuur en voorspelbaarheid. Kinderen voelen zich veilig en ontspannen in terugkerende activiteiten. Tijdens routines herhalen we vaak dezelfde handelingen en woorden. Deze herhaling is precies wat jonge kinderen nodig hebben om te leren; om smaken te ontdekken, zichzelf af te drogen, zichzelf aan te kleden. Maar dus ook om taal te leren! Bedenk maar eens hoe vaak je dezelfde woorden en zinnen herhaalt tijdens een routine, maar ook hoe vaak dezelfde routine weer terugkomt. Dit is herhaling, herhaling, herhaling. 

Hoe kun je taal stimuleren tijdens dagelijkse routines? 

Het overnemen en ontdekken van taal begint al vroeg in de babytijd. We weten uit de literatuur dat baby’s zich focussen op onze stem en intonatie. Onderstaande tips zijn dus niet alleen gericht op kinderen die al een reactie geven. Juist in de beginnende taalontwikkeling is het aanbod zo belangrijk. Door handelingen te ondertitelen komen de activiteiten tot leven. 

1. In bad gaan of douchen – een moment van ontdekken 
Tijdens het in bad gaan of douchen kun je verschillende woorden en begrippen herhalen. Je zal merken dat dit woorden en zinnen zijn die steeds terugkomen in jullie moment.  

Benoem wat je doet: "We doen water in het bad. Voel maar eens, het water is warm!" Laat je kind spetteren en ontdek samen het verschil tussen nat en droog. Zing een liedje over water of in bad gaan. Juist als dit een moment van ontspanning of afsluiten van de dag is, is dit een fijn moment jouw stem en woorden te gebruiken. Hierbij mag je in de herhaling vallen, want van herhaling leer je. 

Benoem of zing tijdens het afdrogen de lichaamsdelen die je één voor één afdroogt. Dit kan bij het insmeren weer worden herhaald. Woorden als handdoek, wrijven, droog, nek, komen voorbij. Woorden lijken soms lang of nog niet passend bij de ontwikkelingsleeftijd van jouw kind, maar het zijn voorwerpen en/of handelingen die terugkomen. Door hier het juiste woord aan te koppelen, groeit de woordkennis. 

2. Aankleden – de perfecte gelegenheid voor woordenschat 
Het aankleden biedt eindeloze kansen om kledingstukken te benoemen en woorden en zinnen te oefenen. Benoem bijvoorbeeld: "We doen nu je rode sok aan.” “Welke kleur heeft jouw trui?" Gebruik ook begrippen zoals boven, onder, aan of uit om zo bekendheid te geven met het benoemen van een plaats. Je kunt je kind vragen om te helpen: "Kun jij de sok vinden?" Wijzen of er naartoe kruipen is al een antwoord. Je kind uit begrip van de vraag door hier actief op te reageren.  

3. Eten – meer dan alleen gezelligheid 
Eten is niet alleen een praktisch moment, maar ook een moment om te vertellen wat er gebeurt of over wat jullie eten. Benoem de kleuren en vormen van het eten op het bord. Stel vragen zoals: "Wat vind je lekker?" of "Hoe smaakt dat?" Betrek je kind ook bij het voorbereiden van het eten: "Wat hebben we nodig voor de boterham?" Dit stimuleert zowel taal als zelfstandigheid. 

Hoe haal je het meest uit de routines? 

  • Herhaling is een belangrijke factor. Kinderen leren door herhaling. Het creëert bekendheid. Gebruik steeds dezelfde woorden en zinnen tijdens een routine. 
  • Laat een pauze vallen nadat je wat hebt verteld. We zijn geneigd stilte op te vullen en veel te willen vertellen. Bij het stimuleren van taal speelt bedenk- en verwerkingstijd een rol. Laat de informatie aankomen bij je kind. Heb je een vraag gesteld? Tel in je hoofd tot tien, voordat je een tweede vraag of verduidelijking geeft. 
  • Het actief betrekken van je kind lokt interactie uit. Laat je kind vragen stellen of meedenken. Dit moedigt hen aan om actief taal te gebruiken. Zij zijn onderdeel van de activiteit. Middels een aanvulzin kan je al inspelen op het actief meedenken. Breek je zin af bij een bekend woord, neem een pauze om je kind de ruimte te geven het woord aan te vullen: “afdrogen doen we met de …” 
  • Maak een leuk moment van de vaste routines. Voeg liedjes, rijmpjes of grappige geluiden toe aan jullie dagelijkse activiteiten. Dit maakt het leerproces speels en interactief. 
  • Houd het simpel: Gebruik korte, duidelijke zinnen die passen bij het niveau van je kind. 


De dagelijkse routines gaan elke dag door, en dat biedt steeds opnieuw kansen om taal te oefenen. Geef jezelf de tijd de tips toe te passen. Door bewust gebruik te maken van deze momenten geef je je kind een voorsprong in de wereld van taal, en dat allemaal terwijl je geniet van jullie tijd samen!  

 

Reactie plaatsen