Waarom verhalen vertellen belangrijk is voor de taalontwikkeling van jonge kinderen
Waarom verhalen vertellen belangrijk is voor de taalontwikkeling van jonge kinderen
Elke ouder kent het: je kind komt thuis van school, de jas gaat uit, en je vraagt: ‘Hoe was je dag?’ Soms krijg je een enthousiast verhaal, soms een kort ‘weet ik niet meer.’
Dit is niet het moment waarop je de meest grote verhalen zal horen. Wel is het vertellen van verhalen en het navertellen van gebeurtenissen een belangrijke ontwikkeling in de taal. Maar hoe motiveer je jouw kind te vertellen en hoe sluit je aan bij een verhaal? In deze blog vertellen wij, als logopedisten, waarom verhalen vertellen zo belangrijk is voor kinderen en hoe jij als ouder op een eenvoudige manier hier bij aan kan sluiten.
De kracht van vertellen
Verhalen vertellen – of het nu gaat om het navertellen van een gebeurtenis of het verzinnen van een fantasieverhaal – activeert verschillende taalgebieden in het brein. Kinderen leren niet alleen nieuwe woorden (woordenschat), maar ook hoe je zinnen opbouwt (zinsontwikkeling), hoe je informatie logisch ordent en wat je wel of niet zegt in een bepaalde situatie (pragmatiek).
Woordenschat: nieuwe woorden horen, begrijpen en gebruiken.
Zinsontwikkeling: zinnen maken met de juiste volgorde en grammatica.
Taalinhoud en structuur: wat vertel je eerst? Wat is belangrijk? Wat laat je weg?
Pragmatiek: wanneer vertel je iets, tegen wie, en hoe? Je vertelt anders aan opa dan aan een vriendje.
Vertellen is iets dat je kunt leren
Voor jonge kinderen is vertellen niet vanzelfsprekend. Het is een vaardigheid die zich ontwikkelt, net als fietsen of veters strikken. Vertellen is ook niet alleen spreken: het vraagt om luisteren, nadenken, ordenen, teruggrijpen op herinneringen, emoties benoemen en gebeurtenissen aan elkaar knopen. Daarom is het belangrijk dat kinderen veel oefenen met vertellen. Door samen te praten over de dag, een boek zonder tekst te ‘lezen’ of samen een verhaal te verzinnen, geef je je kind de kans om zijn taal actief te gebruiken.
Het mooie is: verhalen vertellen hoeft niet groots of ingewikkeld te zijn. Een normale dag biedt al talloze momenten waarop je samen met je kind een verhaal kunt maken of terughalen. Hieronder geven we een aantal concrete ideeën die je gemakkelijk kunt toepassen.
1. Vertel over je dag – en laat je kind dat ook doen
Maak er een gewoonte van om aan tafel of tijdens het tandenpoetsen te vertellen over je dag. Begin zelf: “Weet je wat ik vandaag heb gedaan? Ik had een afspraak en toen…” Gebruik duidelijke woorden en vertel stap voor stap wat er gebeurde.
Geef daarna ruimte aan je kind: “Wat heb jij gedaan op school?”
Veel kinderen vinden dit lastig. Help dan met vragen zoals:
‘Wie was er?’ ‘Wat heb je gespeeld?’ ‘Wat vond je leuk?’ ‘Is er iets grappigs gebeurd?’
2. Fotomomenten gebruiken
Pak af en toe samen een paar foto’s van een uitje, vakantie of verjaardag. Laat je kind vertellen wat er gebeurde. ‘Wat zie je op deze foto?’ ‘Wat deden we toen?’
Je zult merken dat het makkelijker is om te vertellen als er visuele ondersteuning is. Je kunt ook zelf een paar zinnen voordoen: ‘Hier waren we op het strand. We gingen schelpen zoeken en daarna kregen jullie een ijsje.’
3. Fantasieverhalen verzinnen
Zet samen een verhaal op over een dier dat op avontuur gaat, of een voorwerp dat kan praten. Geef je kind de kans om het verhaal mee te bedenken. Begin met een simpele zin: ‘Er was eens een muis die in een schoen woonde…’ en kijk wat je kind eraan toevoegt.
Gebruik hierbij bijvoorbeeld knuffels, poppetjes of tekeningen om het verhaal visueel te maken. Door samen te verzinnen, oefen je op een speelse manier met zinsopbouw, volgorde, oorzaak en gevolg, en woordgebruik.
4. Boek zonder tekst: vertel zelf
Kies een prentenboek zonder tekst (of sla de tekst bewust over) en vertel samen het verhaal. Laat je kind beschrijven wat hij ziet, wat er volgens hem gebeurt, en wat de personages voelen of zeggen. Dit stimuleert niet alleen de taal, maar ook het inlevingsvermogen en het logisch redeneren.
Tips om verhalen te stimuleren
- Geef het goede voorbeeld: vertel zelf vaak. Kinderen leren veel door te horen hoe jij iets vertelt.
- Gebruik ondersteunende zinnen: ‘Weet je nog…’, ‘Wie waren er toen nog meer?’
- Maak tijd voor gesprek: in de auto, tijdens het koken, voor het slapengaan.
- Herhaal verhalen: herhaal wat je kind verteld, dit geeft bevestiging dat je hem hoort en begrijpt.
- Laat stilte toe: Stilte is niet gek! Geef je kind tijd om na te denken.
Verhalen vertellen is meer dan een leuke bezigheid: het is een krachtig instrument voor taalontwikkeling. Het helpt kinderen om hun wereld te begrijpen, woorden te vinden voor wat ze meemaken, en zich verbonden te voelen met de ander. Of het nu gaat om een echt gebeurd verhaal of een verzonnen avontuur – elk verhaal telt.
Dus neem de tijd, luister, vertel, fantaseer en lach samen om grote en kleine verhalen. Zo geef je taal de ruimte om te groeien, elke dag opnieuw.