Afwijkende mondgewoonten en hun impact op de Spraakontwikkeling

Afwijkende Mondgewoonten en hun impact op de Spraakontwikkeling

Een gezonde mond is essentieel voor de algehele gezondheid en welzijn, vooral voor opgroeiende kinderen. Afwijkende mondgewoonten kunnen echter een negatieve invloed hebben, ook op de spraakontwikkeling. In deze blog duiken we dieper in op wat afwijkende mondgewoonten zijn, waarom ze schadelijk kunnen zijn en hoe open mondgedrag en duimzuigen van invloed kunnen zijn op de spraakontwikkeling van kinderen.


Wat zijn Afwijkende Mondgewoonten?

Mondgewoonten zijn de dagelijkse gewoonten en gedragingen die te maken hebben met hoe we onze mond gebruiken. Bij kinderen spelen deze gewoonten een belangrijke rol in de ontwikkeling van hun spraak. Er zijn echter momenten waarop deze gewoonten kunnen afwijken van het normale patroon, en dit kan dan weer leiden tot articulatieproblemen. In deze context spreken we dan van "afwijkende mondgewoonten", zoals open mondgedrag, duimzuigen, vingerzuigen en speenzuigen..


Waarom zijn Afwijkende Mondgewoonten Schadelijk voor de Spraakontwikkeling?

Langdurige afwijkende mondgewoonten kunnen leiden tot structurele veranderingen in de mond, zoals een afwijkende stand van de tanden en de kaak. Deze veranderingen kunnen op hun beurt de spraakproductie beïnvloeden. Bijvoorbeeld, open mondgedrag kan leiden tot een verkeerde tongpositie tijdens spraak, wat kan resulteren in slissen of andere articulatieproblemen. Duimzuigen kan ook van invloed zijn op de spraak, omdat het de beweging van de tong kan belemmeren en de vorming van bepaalde klanken kan verstoren.


Open Mondgedrag 

Veel kinderen hebben regelmatig hun mond open staan. Vaak ademen deze kinderen dan ook door de mond. We zien dat bij kinderen vaak de mond open staat tijdens bijvoorbeeld voorlezen, televisie kijken of tijdens het slapen. 

Een oorzaak van open mondgedrag kan verkoudheid zijn. Wanneer je neusverkouden bent ga je door je mond ademen waardoor de mond openstaat.

Maar een oorzaak kan ook duim/vingerzuigen zijn. Door het zuigen worden de mondspieren slapper en hierdoor zal de mond makkelijker open blijven staan.

Het openhouden van de mond heeft diverse gevolgen. Doordat de mond open staat droogt de mond sneller uit, er is minder speeksel in de mond aanwezig. Doordat er minder speeksel in de mond aanwezig is wordt er minder geslikt. Omdat er minder geslikt wordt, wordt de buis van Eustachius, die de neusholte met het oor verbindt, onvoldoende geopend, wat het risico op oorontstekingen vergroot. 

Als een kind veel met de mond open zit, worden de mondspieren slap. Hierdoor kan er een ‘slappe’ articulatie ontstaan en de verstaanbaarheid kan verminderen. Ook kan het leiden tot slissen bij bepaalde klanken en open mondgedrag kan speekselverlies tot gevolg hebben. Het kind kan veel gaan kwijlen. 

 

Duimzuigen/Vingerzuigen/Speenzuigen

 Een andere afwijkende mondgewoonte is het op duim, vingers of speen zuigen.  Het zuigen op een duim, vinger of speen is normaal bij een baby, omdat baby’s nog een grote zuigbehoefte hebben. Het geeft veiligheid. Wanneer een baby overgaat naar het eten van meer vast voedsel, verliest het duimen/vinger/speen zuigen zijn functie. Maar sommige kinderen vinden het zo fijn dat ze ermee doorgaan. Dan wordt het een gewoonte, het is lekker of het geeft een gevoel van veiligheid of troost.  

Tijdens het duimzuigen (of vingerzuigen of speenzuigen) ligt de tong laag in de mond, vaak ligt de tong tegen de onderlip aan. Hierdoor blijft de mond makkelijk open staan en dit heeft weer tot gevolg dat het kind vaak verkouden kan zijn en meer kans heeft op oorontstekingen (zie hierboven).

De lage tongligging beïnvloedt de spraak, het kind kan gaan slissen bij bepaalde klanken. Ook kunnen de tanden scheefgroeien. Door het zuigen kan er een ‘open beet’ of een ‘overbeet’ ontstaan. Ook kan de vorm van de mond (het gehemelte) veranderen. 

Het is belangrijk om afwijkende mondgewoonten vroegtijdig te herkennen en indien nodig te behandelen, om verdere complicaties te voorkomen en de spraakontwikkeling van kinderen te ondersteunen. Raadpleeg altijd een tandarts of logopedist voor professioneel advies en begeleiding.